Waterput: een bron van zorg?
Bart Tonen en Matthijs Vermaat
De tijden dat woonbootbewoners volstrekt zelfredzaam waren en hooguit voor hun elektra een lijntje naar de wal hadden, ligt al decennia achter ons. Tegenwoordig is de woonboot op het waternet en zelfs op het riool aangesloten. Die aansluitingen zitten in een kast of in een put op de wal. Soms op een lastige en kwetsbare plek. Wie is er dan verantwoordelijk voor de kast of de put als daar wat mee gebeurt? De leverancier of de woonbootbewoner?
George Pont, een arkbewoner in Amsterdam werd enkele jaren geleden met deze vraag geconfronteerd toen voor de waterafname van zijn ark op de naastgelegen wal een aansluitpunt met meter in een put werd geplaatst. De put werd door de waterleverancier (toen Gemeentewaterleidingen, nu Waternet) op een afstand van ongeveer twee meter van de walkant in de openbare weg in en parkeervak aangebracht. De put is afsluitbaar met een deksel, die alleen met een speciale sleutel is te openen. In de put bevindt zich de watermeter. Vanaf de put naar de walkant loopt ondergronds een zogenaamde mantelbuis, waardoor de flexibele waterleiding loopt die de watermeter met de waterinstallatie in de ark verbindt. De waterleiding is voorzien van een thermolint. Omdat Waternet verplicht is de installatie te voorzien van een terugstroombeveiliging (keerklep), die moet voorkomen dat bij een defect van de installatie er (vuil grachten)water terugstroomt in het leidingnet, moet de installatie op de wal worden geplaatst.
Omdat de watermeterinstallatie (dat is de waterput, de watermeter, de mantelbuis en de waterleiding in de kade tezamen) in de openbare ruimte ligt vindt de heer Pont dat hij op geen enkele manier aansprakelijk kan worden gesteld voor het beheer en eventuele schade aan de put. Immers, hij heeft daar geen enkele zeggenschap over. Waternet ziet dat anders. De woonbootbewoner is in de visie van de leverancier in bepaalde gevallen verantwoordelijk voor zorg en schadeherstel.
Om te voorkomen dat hij bij een calamiteit aan de watermeterinstallatie langdurig van waterlevering verstoken zou blijven, legt de heer Pont de vraag aan de rechtbank voor. Noch hij, noch Waternet krijgen volledig gelijk. Dat de arkbewoner nooit aansprakelijk zou zijn vond de rechtbank te ver gaan. Maar ook Waternet werd niet op alle punten door de rechtbank gevolgd.
Allereerst werd het beroep van Waternet op haar algemene voorwaarden door de rechtbank verworpen (in deze voorwaarden is onder meer de zorgplicht voor de afnemer en in het verlengde daarvan de aansprakelijkheid voor schade, opgenomen). De voorwaarden zijn hier niet van toepassing omdat deze – zoals de wet voorschrijft - niet voorafgaand of bij het aangaan van de overeenkomst aan de heer Pont ter hand zijn gesteld. Dit is een interessant verweer dat waarschijnlijk ook door vele andere afnemers van Waternet gevoerd kan worden.
Een tweede anker dat door Waternet in de procedure was uitgeworpen hield wel stand. Ook de rechtbank is van mening dat de watermeterinstallatie in bruikleen is verstrekt. Op grond van de wet (art 7A:1718 BW) dient de bruiklener (de arkbewoner in dit geval) als een goed huisvader voor de bewaring en het behoud van de geleende zaak te zorgen. Volgens de rechtbank houdt dat onder meer in dat de arkbewoner zich dient te onthouden van handelingen waardoor de installatie niet meer bereikbaar is of kan worden beschadigd. Verder dient hij ervoor te zorgen dat de deksel van de put goed gesloten blijft om te voorkomen dat er vuil of water in de put komt, waardoor er verstopping of bevriezing kan ontstaan. In zijn algemeenheid kan worden gesteld dat de zorgplicht van deze afnemer is beperkt tot de handelingen die in redelijkheid van een woonbootbe-woner mogen worden verwacht. Schiet hij in deze zorgplicht tekort en kan hem dit worden toegerekend, dan is hij aansprakelijk voor de schade die daardoor ontstaat.
De exacte grens tussen deze zorgplicht en de verantwoordelijkheid van Waternet zal uiteindelijk van geval tot geval getrokken moeten worden. Door de uitlatingen van Waternet in de procedure en daarna is wel verder duidelijk geworden hoe deze zorgplicht in grote lijnen kan worden ingevuld. De kern zal daaruit bestaan dat de arkbewoner klein onderhoud moet verrichten, bestaande uit het schoonhouden van afdichting van de put, zodat de deksel goed blijft sluiten. Daarnaast dient hij – waar mogelijk – te voorkomen dat handelingen van derden de installatie kunnen beschadigen en – als er schade is of dreigt te ontstaan - deze bij Waternet te melden. Het herstel van de schade aan de installatie die is ontstaan door bijvoorbeeld de wortels van de aanwezige bomen of verzakking van de kade blijft een verantwoordelijkheid van Waternet zelf.
Kortom de zorgplicht voor de arkbewoner is op basis van het voorgaande beperkt tot klein onderhoud en een meldingsplicht van (dreigende) gebreken aan de installatie. Hoe dat in de praktijk uitwerkt blijft altijd de vraag, maar de hiervoor besproken zaak heeft wel voor enige duidelijkheid gezorgd.
Neem voor meer informatie contact op met Bart Tonen (Tonen Advocatuur, telefoon 020 – 354 15 35, e-mail: tonen@tonenadvocatuur.nl) of Matthijs Vermaat.
Contact details
Willemsparkweg 31
1071 GP, Amsterdam
Postbus 76076
1070 EB Amsterdam
tel: 020-676 66 90
fax: 020 - 676 66 95
email: info@woudegraaf.nl