logo Van der Woude de Graaf Advocaten

Is het hebben van een creditcardmes wel een misdrijf?

Een creditcardmes is een mesje dat ingeklapt net zo groot is als een creditcard. Uitgeklapt verschijnt er een vlijmscherp mes van zo’n 6,5cm. Het is de vraag of dit mes valt onder de categorie verboden wapens omdat het uiterlijk lijkt op een ander voorwerp.

Artikel 2, eerste lid, van de Wet wapens en munitie (verder WWM) luidt, voor zover hier van belang:

"Wapens in de zin van deze wet zijn de hieronder vermelde of overeenkomstig dit artikellid aangewezen voorwerpen, onderverdeeld in de volgende categorieën.

Categorie I

(…)

4º blanke wapens die uiterlijk gelijken op een ander voorwerp dan een wapen.”

Artikel 13 lid 1 WWM luidt: “Het is verboden een wapen van categorie I te vervaardigen, te transformeren, voor derden te herstellen, over te dragen, voorhanden te hebben, te dragen, te vervoeren, te doen binnenkomen of te doen uitgaan.”

Artikel 55 lid 1 WWM is een strafbepaling en luidt, voor zover hier van belang: “Met gevangenisstraf van ten hoogste negen maanden of geldboete van de vierde categorie wordt gestraft hij die handelt in strijd met de artikelen(…) 13, eerste lid (…)”.

En tot slot bepaalt artikel 56 WWM: “De in artikel 54 strafbaar gestelde feiten zijn overtredingen. De in artikel 55 strafbaar gestelde feiten zijn misdrijven". Het bij zich hebben van zo’n  klein creditcardmesje  is een daarmee misdrijf, en bij aantreffen van dit mes wordt dan ook altijd proces-verbaal opgemaakt.

MAAR de jurisprudentie is nog steeds niet eenduidig of het nu een verboden wapen betreft of niet. Het gerechtshof in Den Bosch heeft in mei 2018 twee elkaar tegensprekende arresten gewezen:

Op 9 mei 2018, ECLI:NL:GHSHE:2018:2025, bepaalde het hof dat het creditcardmes een verboden wapen was in de zin van de Wet Wapens en Munitie (Wwm) omdat sprake is van een blank wapen dat in vorm en afmeting in ingeklapte toestand lijkt op een creditcard (een card of pasje). Door middel van vouwbewegingen kan het voorwerp tot een mes worden gevouwen. Het hof heeft uit de foto in het dossier waargenomen dat het mes in ingeklapte toestand past binnen de afmetingen van de “creditcard” alsmede dat het mes qua kleurstelling gelijk is aan dat van de “creditcard”, waardoor de contouren van het mes als het ware vervagen c.q. wegvallen. Hierdoor wordt de ware aard van het voorwerp, zijnde een mes, verhuld. Naar het oordeel van het hof staat hiermee het heimelijke karakter van een zogenaamd creditcardmes vast en voldoet het aan de eisen die de Wet wapens en munitie stelt.

Naar het oordeel van het hof is het aangetroffen creditcardmes aan te merken als een opvouwbaar mes, nu het lemmet door middel van vouwen in het heft kan worden opgeborgen. Het creditcardmes is aldus onder omstandigheden als een wapen in de zin van de Wet wapens en munitie aan te merken.

Enkele dagen hiervoor, op 4 mei 2018, ECLI:NL:GHSHE:2018:1972, bepaalde hetzelfde hof dat het creditcardmes niet valt onder de strafbaarstelling van artikel 2, categorie I, onder 4, Wwm. Uit de overwegingen van het hof:

Opvouwbare messen vallen – voor zover thans relevant – uiteen in twee categorieën: absoluut verboden wapens en voorwerpen die slechts onder omstandigheden kwalificeren als wapen in de zin van de Wwm.

Het hof stelt vast dat het onder de verdachte aangetroffen mesje een opvouwbaar mes is, maar geen absoluut verboden wapen in de zin van artikel 2, eerste lid, categorie I, Wwm.

Het mesje kan niettemin als verboden wapen in de zin van de Wwm worden gekwalificeerd – onder meer – indien sprake is van een blank wapen dat uiterlijk gelijkt op een ander voorwerp dan een wapen (artikel 2, categorie I, onder 4, Wwm) of als sprake is van een voorwerp waarvan, gelet op zijn aard of de omstandigheden waaronder het wordt aangetroffen, redelijkerwijs kan worden aangenomen dat het is bestemd om letsel aan personen toe te brengen of te dreigen en dat niet onder een van de andere categorieën valt (artikel 2, categorie IV, onder 7, Wwm).

In de onderhavige zaak is aan de verdachte ten laste gelegd dat hij een zogenaamd blank wapen dat uiterlijk gelijkt op een ander voorwerp dan een wapen voorhanden heeft gehad. Om tot een bewezenverklaring te kunnen komen, zal het hof derhalve moeten kunnen vaststellen dat het bij de verdachte aangetroffen opvouwbaar mesje lijkt op een ander voorwerp dan een wapen.

Het hof stelt het volgende vast:

-              het mesje lijkt niet door zijn opdruk op een creditcard of een ander pasje;

-              het lemmet is aan één zijde volledig zichtbaar en als zodanig herkenbaar;

-              aan de andere zijde zijn ‘gripribbels’ te zien;

-              het snijvlak van het lemmet heeft een contrasterende kleur ten opzichte van de overige delen van het mesje;

-              het vouwmechanisme, bestaande uit vouwgroeven, gaatjes en palletjes en een knopje, is aan beide zijden volledig zichtbaar;

-              het mesje/de behuizing is dikker dan een (normaal) pasje;

-              de lengte en breedte van het mesje zijn ongeveer hetzelfde als die van een pasje.

 

Het hof is van oordeel dat het enkele feit dat het mesje in opgevouwen toestand ongeveer dezelfde lengte en breedte heeft als een pasje, onvoldoende is om aangemerkt te worden als een blank wapen dat uiterlijk gelijkt op een ander voorwerp dan een wapen. Evenmin is daarvoor voldoende dat het lemmet ‘geheel binnen de afmetingen van de behuizing valt’. Het praktische karakter van een dergelijk mesje is nu juist dat het snijvlak niet continu aanraakbaar is, net zoals bijvoorbeeld een zakmes of een stanleymes.   

Bijgevolg kan niet worden bewezen verklaard dat de verdachte het ten laste gelegde heeft begaan, zodat hij daarvan zal worden vrijgesproken.

Als het mesje bij een veiligheidscontrole, b.v. op een vliegveld, wordt aangetroffen, wordt het niet alleen in beslag genomen en vernietigd, maar u wordt ook als verdachte gehoord. Dat kan ernstige vertraging opleveren met de kans uw vlucht te missen, en u kunt enige tijd later een strafbeschikking thuis verwachten. De opgelegde boete bedraagt € 350,- (verhoogd met € 9,- administratiekosten). Erger nog: omdat het een misdrijf betreft kan dit grote gevolgen hebben voor het verkrijgen van een Verklaring Omtrent Gedrag (VOG).

Let dus op: als u zo’n mesje heeft, ga er niet mee de straat op en neem het vooral  niet mee op reis!

Wat te doen als je een strafbeschikking hebt ontvangen? Ons advies is om altijd in verzet te gaan en de zaak voor laten komen bij de rechter, zeker nu er al meerdere verdachten zijn vrijgesproken van verboden wapenbezit vanwege het voorhanden hebben ervan. Er bestaat dus een goede kans dat u wordt vrijgesproken. Mocht dat onverhoopt niet zo zijn, dan is er tenminste kans dat de rechter rekening  houdt met de gevolgen van een veroordeling tot een onvoorwaardelijke boete voor het strafblad en de VOG. Zie b.v. het arrest van het Gerechtshof ’s-Hertogenbosch van 20 september 2017 (vindplaats ECLI:NL:GHSHE:2017:3996), waarbij het hof de verdachte schuldig verklaarde zonder oplegging van straf of maatregel op grond van de persoonlijke omstandigheden, te weten dat het ging om een first offender (iemand die nog niet eerder veroordeeld was voor een misdrijf), én het grote belang voor deze verdachte om een VOG te kunnen verkrijgen.

Voor het instellen van verzet en eventuele bijstand op de zitting bij de politierechter kunt u bij mij terecht. Zie voor nadere informatie elders op deze website het stukje “pas op voor de strafbeschikking”. Angela Meijer

Neem voor meer informatie contact op met mr Angela Meijer

Contactgegevens

Willemsparkweg 31
1071 GP, Amsterdam

Postbus 76076
1070 EB Amsterdam

tel: 020-676 66 90
fax: 020 - 676 66 95
email: info@woudegraaf.nl